Studeren is echt niet in elke stad hetzelfde, en hoe weet je nou of niet alleen de studie, maar ook de stad bij je past? Hieronder staan een aantal stukjes over verschillende studentensteden. Er zijn er natuurlijk nog veel meer, dus vergeet niet zelf te onderzoeken welke stad het best bij jou past!
Leiden:
Ik ben Francela Torrez en komt oorspronkelijk uit Nicaragua. Sinds mijn 12e woon ik in Leiden waar ik nu Bio Farmaceutische wetenschappen (BFW) aan de universiteit leiden studeer. Zoals de naam al suggereert, ligt de ontwikkeling van medicijnen centraal. Verder wordt er nadruk gelegd op het ontstaan van ziektes en de effecten van geneesmiddelen op het lichaam. Dit maakt BFW een uitgebreide studie die op momenten als veeleisend beleefd kan worden. Dit verschilt echter per periode, zo sta ik soms van 9 tot 17 in het lab en moet ik in de avond het volgende practicum voorbereiden. Andere dagen heb ik vooral veel zelfstudie. Ik heb een gecompliceerde relatie met mijn studie. Soms vind ik het geweldig en andere keren een regelrechte hel. Desondanks gaat het me goed af en heb ik er nog steeds plezier aan. De organisatie van mijn studie draagt hier ook aan bij. Zo is BFW en de communicatie binnen de universiteit naar mijn mening best goed georganiseerd. Dit kan echter erg afhankelijk zijn van de opleiding die je volgt. Zo heb ik vrienden die hier heel anders over denken.
Tijdens mijn studiekeuze periode zocht ik vooral naar een studie waar focus op biochemie werd gelegd. Hierbij heb ik vooral naar de inhoud van de studies gekeken en niet per se naar de stad waar ik dan terecht zou komen. Zo heb ik eerst gestudeerd in Wageningen. De studie vond ik al snel niet bij mij passen en de reisafstand hielp hierbij ook niet mee. Ik heb daarom een tussenjaar genomen en dit studiejaar ben ik begonnen met BFW. Dit vond ik een studie die bij mij past. Ik heb dus vooral voor de studie gekozen, maar dat ik in Leiden kon blijven vond ik een bonuspunt. Sinds dag één dat ik Nederland woon heb ik me namelijk in Leiden thuis gevoeld. Het is een kleine stad met een dorpse sfeer. Ik kan niet uitgaan in Leiden zonder iemand tegen te komen die ik ken. Je kan er veel doen, maar qua uitgaan valt het soms wat tegen. Dit is waarschijnlijk ook een reden waarom veel studenten zich aansluiten bij een vereniging. In Leiden draait het studentenleven vooral om de grote studentenverenigingen. Dit zijn bijvoorbeeld Minerva, SSR, Quintus en Augustinus. Dit zijn vaak verenigingen waar je actief lid moet zijn. Er zijn nu ook opkomende verenigingen die iets minder veeleisend zijn, zoals DAC (Dinsdag Avond Club). Ik ben zelf geen lid geworden van een studentenvereniging, omdat ik er te weinig tijd voor over heb. Ik twijfel echter nog om lid te worden bij DAC, omdat ik van meerdere kennissen er positieve dingen over heb gehoord. Ik ben wel lid geworden bij mijn studievereniging. Hierin ben ik niet heel actief. Dit komt mede doordat ik weinig tijd heb voor hun activiteiten en daardoor moeilijk mensen van de vereniging goed kan leren kennen. Het tekort aan tijd komt mede doordat ik op dit moment me veel bezig houd met mijn studie en grootste hobby, softbal. Hier ben ik al jaren lid en actief bij het organiseren van activiteiten en/of coachen van jeugdleden. Ik heb dus zelf gekozen om vooral bij de vereniging waar ik me het meest thuis voel en kan dat prima combineren met mijn studentenleven. Het studeren in Leiden biedt veel mogelijkheden waar je altijd een plek waar je je welkom voelt. Het maakt niet uit of je geïnteresseerd bent in een grote studentenvereniging of een kleine (sport/studie/spelletjes) vereniging, je hebt in Leiden altijd genoeg keuze.
Groningen:
Nou ja… stad? Groningen is eigenlijk meer een studentendorp. Midden in het niks. Met een universiteit (Rijksuniversiteit Groningen) en een hogeschool (Hanzehogeschool) wordt Groningen overstroomd door studenten. 25% van de inwoners van Groningen is student. Er is dan ook een enorme “studentencultuur”. Groningen huisvest tientallen studentenverenigingen en ook de grootste van Nederland, namelijk Albertus Magnus. Ook de bekendste studentenvereniging komt uit Groningen, Vindicat. Verder zijn er tal van andere opties, van wild tot alternatief tot religieus. Er zijn meer dan 20.000 studenten lid van één of andere studenten(sport)verenging. Deze studentencultuur is dan ook goed te zien tijdens de donderdag avond, ook wel uitgaansavond. Alle bewoners van Groningen en omstreken komen samen in de avond en de nacht. De terrasjes zitten vol studenten en “stadjers”, en in de clubs zijn alle studenten en ook de jongeren van de omgeving te vinden. We kunnen dan ook door tot de volgende dag. De barren hebben namelijk geen sluitingstijd en blijven open zolang er volk is. Behalve zuipen en feesten is er natuurlijk ook nog wel wat tijd voor de uni/school. De gebouwen van de Hanze en de universiteit zijn verspreid door de binnenstad en op Zernike. Zernike is de campus van Groningen. Aan de campus wordt nog steeds gebouwd en hij blijft veranderen. Hier vind je vooral de bèta-studies. De alfa-studies zitten in het centrum. Maar op campus wil je niet langer blijven dan nodig is, tenzij je gaat sporten. College, lab of tentamen en dan weer weg of naar de ACLO. Met je studentenpas (en €60,-) kan je onbeperkt gebruik maken van de voorzieningen bij het sportcentrum ACLO op campus. Tennis, crossfit of een groepsles, voor iedereen is er wel wat. Groningen is een mooie “stad” met vooral een hele fijne cultuur, maar het blijft wel in the middle of nowhere. Daarentegen is ook alles wat je nodig hebt aanwezig. Prima opleidingen en een goed studentenleven. Ik ben heel blij dat ik hier studeer.
Tilburg:
Hoi! Ik ben Gijs en momenteel derdejaars sociologie student in Utrecht.
Echter, voordat ik hier in Utrecht aan m’n studie begon, heb ik een half jaar een andere studie in Tilburg gevolgd, namelijk Global Management of Social Issues (GMSI). Dit was nog voordat corona een ding was, dus ik heb mijn studentenleven goed kunnen beginnen met zowel de TOP-week (de Tilburgse variant van de Utrechtse Introductietijd) als het algemene uitgaansleven daar, voordat dit abrupt werd onderbroken door de corona maatregelen.
Ik kom oorspronkelijk uit Utrecht, maar wilde hier niet de rest van m’n leven blijven. Ik kende Utrecht namelijk als de stad waarin ik was opgegroeid en had het nooit echt meegemaakt als leuke studentenstad (naast de paar avonden in de slechte clubs waar middelbare scholieren komen). Daarnaast wilde ik mezelf ook aansporen om een leuk studentenhuis te zoeken en wist dat als ik in Utrecht bleef ik waarschijnlijk langer bij mijn ouders zou blijven en minder hard zou zoeken. Na een uitgebreid studiekeuzetraject met begeleider kwam GMSI als één van de topkeuzes naar boven en na een aantal open dagen te hebben bezocht besloot ik mijn studententijd in Tilburg te besteden.
Ik vond Tilburg als ik er aan terugdenk een best leuke studentenstad. Er waren meer dan genoeg kroegen en uitgaansgelegenheden om op te zoeken waar je die avond zin in had. In mijn ervaring waren er iets minder echt grote clubs om uit te gaan, zoals bijvoorbeeld Tivoli, en waren er meer kroegen waar gedanst werd. Dit kan er echter ook aan liggen dat ik die zomervakantie 18 was geworden en me qua uitgaan nog een beetje aan het oriënteren was.
Huizen zoeken was in Tilburg ook net iets anders. Ik was voornamelijk bezig met Facebook, maar je kon het ook doen via bepaalde sites. In tegenstelling tot Utrecht werd je (relatief) vaak wel uitgenodigd op een hospiteeravond als je op Facebook reageerde, maar er kwamen dan ook heel veel mensen langs op deze hospiteeravonden. Vaak kwamen er tussen de 20 en 40 mensen op zo’n hospi, dan was het lastig je tussen iedereen te onderscheiden.
Verder was ik niet super actief bij mijn studievereniging, maar kwam ik eigenlijk alleen naar de feesten omdat mijn vrienden daar ook heen gingen. Ik was veel meer bezig met mijn vriendengroep dan met de vereniging en we spraken ook een paar keer per week af om samen iets te doen, meestal na colleges. De vriendengroep was tijdens de introductieweek al gevormd, hoewel er later nog een paar mensen bij kwamen. In Tilburg worden mensen namelijk tijdens de introductieweek in groepjes ingedeeld, mede aan de hand van de studie die ze volgen. Dit zorgde ervoor dat je al een goede band hebt met (een deel van) je studiegenoten omdat je elkaar al op dieptepunten had gezien. Dit hoorde ik ook vaker terug van andere studenten. Vaak werd er tijdens de introductieweken een groepje gevormd dat door het jaar heen mensen verloor, mensen opnam (bijvoorbeeld die er toen niet waren), opsplitste of juist samenvoegde met een ander groepje. Dit geldt natuurlijk niet voor alle vriendengroepen daar, alleen kwam het volgens mij veel meer voor dan hier in Utrecht.
Naar mijn mening was er genoeg te doen in Tilburg. Van de meeste dingen was er wel iets te vinden. Het heeft een gezellig centrum met genoeg verschillende winkels, soorten sportverenigingen en uitgaansgelegenheden (alleen iets minder dan Utrecht). Zelf was ik samen met vrienden vaak in een van de poolcafé’s/biljarthallen te vinden. Daar begonnen we de avonden dan om later uit te gaan, meestal naar de stamkroeg van de studievereniging.
Ik vond Tilburg uiteindelijk echt wel een prima stad om in te studeren. Toen ik eenmaal in het studentenleven zat begon ik echter ook te herkennen hoe leuk Utrecht eigenlijk als studentenstad is. Daarom heb ik besloten mijn studententijd hier voort te zetten in plaats van sociologie in Tilburg te volgen en tot nu toe ben ik erg tevreden met mijn keuze.
Utrecht:
Toen mij een berichtje werd gestuurd met de vraag of ik iets over het studentenleven in Utrecht wilde schrijven, was ik een beetje verbaasd. Ik heb nooit echt het typische studentenleven geleefd, maar bij dezen toch een stukje over mijn studentenleven in Utrecht.
Ik ben Yasmine en ik studeer Sociologie aan de Universiteit van Utrecht, op het moment zit ik in mijn vierde (en hopelijk) laatste jaar van de studie. De keuze voor Utrecht was eigenlijk vrij snel gemaakt, ik kom absoluut niet uit de buurt, maar als je woont waar ik vandaan kom, wil je wel in een verre stad gaan studeren. Daarnaast heeft Utrecht mij altijd wel getrokken, het ligt heerlijk centraal zodat je eigenlijk overal wel kan komen en het heeft een hele fijne sfeer. Het is een hele mooie en grote stad met heel veel karakter, zonder alle toeristen die je in Amsterdam hebt. Ook deed een vriendinnetje van mij al Sociologie in Utrecht en het beviel haar heel goed, dus vandaar de keuze, Sociologie in Utrecht.
Bij een studentenvereniging heb ik me nooit willen aansluiten, mij persoonlijk heeft het gewoon nooit getrokken, bovendien heb ik geweldige vrienden voor het leven gemaakt bij mijn studie en studievereniging. Want bij de studievereniging, Usocia, was ik dan weer wel actief. Hier heb ik altijd wel een commissie of twee gedaan en ging naar veel activiteiten. Dit jaar ben ik iets minder actief, maar nog wel regelmatig aanwezig en zie ik vaak zat mede-Usocianen.
Dan weer terugkomend op Utrecht, een typische studentenstad. Volgens de site van de UU telt Utrecht maar liefst 60.000 studenten. Met zoveel studenten moeten er natuurlijk genoeg kroegen en cafés zijn en die zijn er gelukkig en dat is ook gelijk één van de dingen die ik er leuk vind om te doen. Gezellig met vrienden op het terras zitten in het zonnetje, mits het weer er weer mee eens is. Daarnaast zijn er nog zoveel meer leuke dingen in Utrecht te doen, er zijn meer dan genoeg parken waar het in de zomer ook mega bruisend is. Daarnaast vind ik het altijd leuk om musea te bezoeken. Zo ben ik pas naar het Centraal Museum gegaan, waar nu “De Bentvueghels” te zien is, een kunstgenootschap uit Rome wat gezien wordt als één van de eerste voorbeelden van een studentenvereniging gezien. Dat komt door hun liefde voor drank, de ontgroeningen die ze hielden en de bijnamen die ze elkaar gaven, maar samen maakten ze ook kunst. Je hebt nog zo veel meer leuke dingen die te doen zijn in Utrecht, je kan er veelal gamen, poolen, bowlen et cetera.
Ofwel, er is meer dan genoeg te doen in Utrecht, met hele leuke mensen.